Verborgen gebreken paard
Wanneer u een paard koopt dan moet dat paard beantwoorden aan de overeenkomst. U moet dat geleverd krijgen wat u op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Wat u op grond van de overeenkomst mag verwachten is onder andere afhankelijk van de mededelingen die de verkoper heeft gedaan, de leeftijd en de mate van africhting van het paard, maar ook het gebruiksdoel dat u met het paard voor ogen heeft. Een jong en onervaren paard zal doorgaans sneller schrikken en op hol slaan dan een ouder paard met veel (wedstrijd) ervaring. En van een dressuurpaard kunt u niet verwachten dat hij foutloos hinderissen van 1.20 springt, maar van een (ervaren) springpaard doorgaans wel. Toch kan het lastig zijn om te beoordelen wat men van de overeenkomst mag verwachten, het gaat immers om een levend dier.
Om geschillen na de (ver)koop zo veel mogelijk te voorkomen doet u er goed aan om een schriftelijke koopovereenkomst op te stellen waarin u zo veel mogelijk afspraken tussen u en de (ver)koper vastlegt.
Non-conformiteit
Indien u een paard heeft gekocht dat een (verborgen) gebrek blijkt te hebben en het paard dus niet beantwoordt aan de overeenkomst kunt u een beroep doen op non-conformiteit het paar dat u heeft gekocht is dan non-conform. Voorbeelden van gebreken bij non-conforme paarden zijn:
- Stalgebreken zoals; weven of luchtzuigen;
- Gedragsproblemen die tot uiting komen tijdens de omgang of het rijden met het paard;
- Medische gebreken; bijvoorbeeld kissing spines, OCD of onvruchtbaarheid.
Om een beroep te kunnen doen op non-conformiteit moet vaststaan dat het paard het (verborgen) gebrek al had toen u het paard kocht. Dat is natuurlijk niet altijd even makkelijk aan te tonen en bovendien afhankelijk van de aard van het gebrek. Indien er sprake is van consumentenkoop geldt er een bewijsvermoeden. De bewijslast ligt dan niet bij u, maar bij de verkoper.
Consumentenkoop
In de wet is een bewijsvermoeden opgenomen wanneer het gaat om een consumentenkoop. Er is sprake van een consumentenkoop als u als particulier een paard heeft gekocht bij een bedrijf. In dat geval geldt er een bewijsvermoeden dat inhoudt dat als het gebrek zich binnen twaalf maanden na aflevering openbaart vermoed wordt dat het paard bij aflevering het gebrek al had. Het bedrijf dat u het paard heeft verkocht moet dan bewijzen dat het paard die gebreken nog niet had toen het paard aan u werd verkocht. De bewijslast is dan dus omgekeerd.
Heeft u als consument een paard bij een consument gekocht? Dan geldt dit bewijsvermoeden niet. U moet dan bewijzen dat het paard het gebrek al had toen u het paard kocht.
Ontbinding van de koopovereenkomst
Wanneer u een paard heeft gekocht dat non-conform blijkt te zijn kunt u de koop ontbinden. Het paard moet dan terug naar de verkoper en u krijgt het aankoopbedrag terug. Het is natuurlijk goed mogelijk dat u inmiddels aan het paard gehecht bent geraakt en het paard niet kwijt wilt. U kunt dan de koop ook gedeeltelijk ontbinden. U kunt dan bijvoorbeeld een ‘korting’ op het aankoopbedrag vorderen die in verhouding staat met de ernst van het gebrek van het paard.
LET OP: er geldt een klachtplicht. U moet op tijd klagen bij de verkoper anders verliest u uw rechten.