Goede trouw in verjaringszaken
Zoals wij in ons artikel over eigendomsverkrijging van grond door verjaring uitleggen zijn er twee “soorten” verjaring, de verkrijgende verjaring en de bevrijdende verjaring. Ook wel verjaring te goeder trouw en verjaring niet te goeder trouw genoemd. Voor de verkrijgende verjaring geldt een termijn van 10 jaar en is goede trouw vereist. Maar wanneer is er nu sprake van goede trouw?
U bent te goeder trouw wanneer u niet wist en ook niet had behoren te weten dat de grond die u in bezit had van een ander is (of was als de verjaringstermijn al is verstreken).
Een beroep op verkrijgende verjaring wordt vaak niet geaccepteerd. Er wordt dan gesteld dat er geen sprake is van goede trouw en dat goede trouw in dit soort zaken ook niet wordt aanvaard. Uit de rechtspraak volgt echter dat goede trouw best vaak wordt aangenomen. Hier vindt u een uitspraak van een zaak waarin onze cliënten in eerste aanleg en hoger beroep gelijk hebben gekregen en waarin in beide instanties ook is aangenomen dat er sprake was van goede trouw.
Goede trouw wordt vermoed aanwezig te zijn en het is aan de wederpartij om te bewijzen dat iemand niet te goeder trouw was. Dit volgt uit meerdere uitspraken. Wanneer uw wederpartij zich dus op het standpunt stelt dat u niet te goeder trouw was dan moet uw wederpartij dat bewijzen.
Vaak wordt er een beroep gedaan op art. 3:23 BW. Dat artikel bepaalt het volgende “Het beroep van een verkrijger van een registergoed op goede trouw wordt niet aanvaard, wanneer dit beroep insluit een beroep op onbekendheid met feiten die door raadpleging van de registers zouden zijn gekend.”
Er wordt dan gesteld dat men het Kadaster had kunnen en moeten raadplegen en dat daaruit volgt dat de strook grond niet bij het perceel behoort van degene die zich beroept op verjaring. Uit de rechtspraak volgt echter dat kadastrale kaarten niet tot de openbare registers behoren. Wanneer uw wederpartij dus het standpunt inneemt dat u niet te goeder trouw was omdat u in het kadaster had kunnen zien dat de strook grond niet tot uw perceel behoorde dan kunt u aangeven dat art. 3:23 BW geen beletsel vormt om goede trouw aan te nemen omdat kadastrale kaarten niet tot de openbare registers behoren.
Wilt u meer informatie over verjaring? Vraag dan ons gratis informatieboekje over grensgeschillen aan of kijk onze online cursus over erfgrenzen en verjaring. De online curus is gratis voor mensen die een geschil hebben met een overheidsorgaan. Meer informatie daarover vindt u bij de FAQ op de pagina over de cursus. Op die pagina vindt u ook een video waarin wordt uitgelegd wat u kunt verwachten van de cursus.
Gerelateerde berichten
- Is eigendomsverkrijging van grond door verjaring onrechtmatig?
- Wat moet ik als bewijs aandragen voor de verjaring van grond en hoeveel bewijs is er nodig?
- Ben ik eigenaar van de grond geworden door verjaring?
- Hoeveel kost een rechtszaak gemiddeld?
- Wanneer heb ik recht op een advocaat van onvermogen?
- Als ik een rechtszaak win worden de kosten van mijn advocaat dan vergoed?
- Modelbrief beroep op verjaring grond
- Hoe krijg ik na verjaring grond op mijn naam in het Kadaster?
- Wat kan ik doen als mijn buren geluidsoverlast veroorzaken?
- Wat moet ik doen als iemand grond van mij in gebruik heeft?
- Wat zijn mijn rechten en de rechten van mijn buren met betrekking tot de erfafscheiding?
- De buren vorderen afbraak van de overbouw
- Beplanting en bebouwing bij de erfgrens wat mag wel en wat mag niet?
- Kan een erfgrens wijzigen door verjaring?
- Heeft u discussie over de erfgrens? Dan kan een grensreconstructie van belang zijn
- Snippergroen
